Ambacht
Tot mijn vreugde tref ik in een overvol mokkenstation dit prachtig geglazuurde exemplaar. Als ik haar in het licht zet is ze blauw met een wat nevelige toets. Staat ze op een donkere plek lijkt ze grijsgroen. De koffie smaakt vanochtend dan ook prima.
Mijn moeder had tot op hoge leeftijd een pottenbakkerij. Ze leerde het ambacht onder andere bij een zekere meneer Haneman. Een noeste man met een grote werkplaats vol potten, bekers, borden en schalen. Elke week ging ze een ochtend naar hem toe om vervolgens thuis nieuwe technieken uit te proberen en oude te vervolmaken. Een ambacht leer je niet uit boeken. Dat leer je door keer op keer op keer te oefenen en je werk kritisch te bekijken.
Wat haar toets der kritiek kon weerstaan (de lat lag hoog!) werd minutieus en geconcentreerd bewerkt met witte streepjes klei, een soort golfjes. Dit werd aangebracht met behulp van een holle koeienhoorn met een gat erin. Uiteindelijk werd het geglazuurd afgebakken in een oven met enorme vlammen. Als kind vond ik dat allemaal waanzinnig interessant.
Het was niet zo eenvoudig de juiste glazuur, afbaktemperatuur en klei te bepalen. Een goede pottenbakker is een vakman of vakvrouw. Tegenwoordig wordt het Fries aardewerk - want daarover heb ik het - naar mijn weten, nergens meer gemaakt. Het ambacht is verloren gegaan.
Mede door het werk van mijn moeder heb ik een zwak voor op een draaischijf vervaardigd aardewerk én voor ambachten. Ik zie bij deze beker niet de kenmerkende ringen die horen bij gedraaid aardewerk. Ik zie ook niet de drie puntjes onderaan de beker die duiden op ambachtelijk afbakken (dan staat het op een driepootje in de oven). Maar ik zie wel een opvallend glazuur en daar kan ik dan van genieten.
Vroeger stond een ambachtsschool voor wat later werd de LTS en de LHNO. Ik denk persoonlijk dat het toen misging met het ambachtelijk onderwijs, door de toevoeging L van 'lager'. Een goede ambachtsman is niet 'lager'; een goed ambachtsman is praktisch en in staat zeer hoogwaardige producten te vervaardigen.
De beide schooltypes gingen uiteindelijk op in het nog minder geliefde VMBO. Om toch de ambachten en het daarbij behorende vakmanschap levend te houden ontstonden allerlei nieuwe initiatieven waarbij het ambacht kan worden aangeleerd én waardoor het ook weer wordt gewaardeerd. Vaak zijn dit initiatieven buiten het reguliere onderwijs om. En vaak voor volwassenen die links- of rechtsom hun draai in dat reguliere onderwijs en het 9-5 werk, om wat voor reden dan ook, niet kunnen vinden.
Als ik jong was zou ik het wel weten. Ik zou gaan voor het leren van een goede leermeester. Voor mooi gedraaid en bewerkt aardewerk. Of voor goed gebrande koffie. Meesterlijke kaas. Heerlijk brood. Voor een perfect getimmerde stoel. Een gepolijste tafel. Een sierlijk gesmeed hek. Voor eerlijke producten en spullen die jaren en jaren meekunnen. Vaak weer kunnen worden hergebruikt.
Wat hebben we dát allemaal hard nodig...
Net als die vakmensen...
Ik denk dat we bij de ROC's en mbo's van vandaag de dag dat stuk vakmanschap dat er nog is enorm moeten koesteren en als het even kan moeten proberen het stukje bij beetje, weer terug te brengen. Wat zou dat enorm veel 'gedoe' zowel in de hoofden, als de harten en handen van onze studenten (en docenten / leermeesters) schelen...
Reacties